Zelfverzekerd worden: hoe doe je dat?
Je kent het vast wel. Je zit in een vergadering, je hebt een goed idee... en je zegt niks. Of iemand vraagt je mening en je begint je zin al met: "Het is misschien een stomme gedachte, maar..."
En achteraf denk je: waarom durfde ik dat niet gewoon te zeggen?
Ik weet nog dat ik ooit een teammeeting uitliep, gefrustreerd. Niet omdat het misging, maar omdat ik mezelf wéér had ingehouden. En dat deed meer met me dan ik wilde toegeven.
Zelfverzekerd zijn lijkt soms iets voor "de anderen". Voor de mensen met een grote mond, een snelle babbel en een dikke huid. Maar hier komt het goede nieuws: zelfvertrouwen begint niet met harder praten. Het begint met iets veel belangrijkers: jezelf niet langer afwijzen.
Wat zelfvertrouwen NIET is
Laten we beginnen met wat zelfvertrouwen niet betekent:
Het is niet: nooit twijfelen.
Het is niet: altijd precies weten wat je doet.
Het is zeker niet: jezelf overschreeuwen.
Zelfvertrouwen is simpelweg: blijven handelen ondanks je twijfel. Het is erkennen dat je onzekerheden hebt, maar jezelf daar niet door laten stoppen. Het is ruimte innemen, óók als het ongemakkelijk voelt.
Tip: lees ook de blog “7 mythes over zelfvertrouwen.”
Hoe bouw je zelfvertrouwen op?
Het groeit niet van de ene op de andere dag. Maar met kleine stappen kun je veel bereiken. Hier zijn drie manieren om te beginnen:
1. Herken wat je jezelf aanpraat
Je voelt je niet zomaar klein of onzeker. Er gaat iets aan vooraf. Gedachten als:
"Wie zit er op mij te wachten?"
"Anderen kunnen dit beter dan ik."
Ik hoor deze overtuigingen ook vaak terug in gesprekken met klanten. En ik heb ze zelf ook gehad. Schrijf ze op. Niet om jezelf af te branden, maar om helder te krijgen wat je jezelf onbewust vertelt. Pas als je het ziet, kun je ermee aan de slag.
2. Kies voor kleine acties
Zelfvertrouwen ontstaat niet in je hoofd, maar in wat je doet. En dat hoeven geen grote sprongen te zijn. Begin klein:
Zeg in een overleg één zin waar je achter staat.
Zeg een keer nee tegen iets dat je normaal automatisch oppakt.
Vraag iemand om hulp of om zijn/haar blik op jouw werk.
Elke keer dat je iets doet wat je spannend vindt, geef je jezelf een bewijs: kijk, ik kan dit dus wel.
3. Verzamel je eigen successen
We zijn vaak zo gefocust op wat niet goed ging, dat we vergeten wat wél werkte. Sta regelmatig stil bij:
Wat durfde je deze week?
Wanneer stond je ergens voor?
Wat was een moment waarop je trots was op jezelf?
Ik adviseer vaak om een 'zelfvertrouwenlogboek' bij te houden. Klinkt zwaar, is het niet. Een notitie op je telefoon is genoeg. Het helpt je om eerlijker naar jezelf te kijken.
Tip: lees ook de blog “Werkplezier vergroten: 8 tips.”
Zelfvertrouwen is als een spier
Tot slot, zelfvertrouwen is geen einddoel. Het is een manier van omgaan met jezelf. Soms voelt het sterk, soms kwetsbaar. Allebei oké.
Als je leert stoppen met jezelf afwijzen, wordt het vanzelf makkelijker om jezelf te laten zien. Op jouw manier. Zonder harder te praten. Zonder te moeten veranderen in iemand anders.
Zie het als een spier: je mag de spier altijd blijven trainen. En soms voel je je super fit. Soms even niet. Wat je jezelf mag blijven herinneren, is dat je je niet alle dagen fit hoeft te voelen en dat een minder fitte dag geen bevestiging is dat zelfvertrouwen niet voor jou weggelegd is. Je kunt elke dag opnieuw beginnen met trainen.
Wil je hier nou hulp bij of ben je simpelweg benieuwd wat de coaching van Mentaloo hierbij kan betekenen? Klik dan op onderstaande button om meer te lezen over de coaching.